Statuten

1

STATUTENWIJZIGING

Artikel 1.

Begripsbepalingen.

In deze statuten wordt verstaan onder:

Aangesloten onderneming:

de onderneming, waarvan het bestuur van de Stichting heeft besloten

dat deze aangemerkt worden als aangesloten onderneming, met dien

verstande dat een onderneming niet langer aangesloten is vanaf het

moment dat het bestuur van de Stichting bedoeld besluit intrekt;

Bestuur:

het bestuur van de Stichting;

Deelnemers:

de deelnemers van de Stichting;

Jaarrekening:

de balans en de staat van baten en lasten over enig boekjaar van de

Stichting;

Raad van Vertegenwoordigers:

de raad van vertegenwoordigers van de Stichting;

Schriftelijk:

bij brief, fax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar

communicatiemiddel wordt overgebracht en elektronisch of op schrift

kan worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met

afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;

Statuten:

de statuten van de Stichting, zoals die van tijd tot tijd zullen luiden;

Stichting:

de rechtspersoon waarop de Statuten betrekking hebben.

Artikel 2.

Naam en zetel.

1. De Stichting draagt de naam: Stichting Voorzieningsfonds VOVW.

2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Bergschenhoek.

Artikel 3.

Doel.

1. De Stichting heeft ten doel het bijeenbrengen van gelden om uitkeringen te

verstrekken aan Deelnemers, onder andere als tegemoetkoming in de kosten

die voortvloeien uit ziekten, waaronder medische en/of tandheelkundige

behandelingen en het verlenen van financiële en/of materiële steun aan

Deelnemers in andere bijzondere gevallen, die een medisch en/of sociaal

karakter dragen, en voorts al hetgeen in de ruimste zin met één en ander

verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn.

2. De Stichting heeft niet ten doel het maken van winst.

Artikel 4.

Vermogen.

2

1. Het vermogen van de Stichting zal worden gevormd door:

a. het bij de oprichting van de Stichting ingebrachte kapitaal;

b. subsidies en andere bijdragen;

c. schenkingen, erfstellingen en legaten;

d. alle andere verkrijgingen en baten.

2. De Stichting kan erfstellingen slechts aanvaarden onder het voorrecht van

boedelbeschrijving.

Artikel 5.

Deelnemers.

1. De Stichting heeft Deelnemers.

2. Deelnemers van de Stichting kunnen zijn:

a. de werknemer van een aangesloten onderneming;

b. de gepensioneerde werknemer van een aangesloten onderneming;

c. de werknemers van een aangesloten onderneming die niet meer bij de

onderneming werkzaam is vanwege (vrijwillig) vervroegde uittreding en/of

de toekenning van wachtgeld;

d. de voormalig werknemer van een aangesloten onderneming waarvan het

arbeidscontract op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid is

beëindigd, mits hij voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband

deelnemer was van de Stichting;

e. partner (in de zin van artikel 5a van de Algemene wet inzake

rijksbelastingen) van een onder a tot en met d bedoelde werknemer;

f. (stief)kinderen en pleegkinderen tot achttien jaar van een onder a tot en

met d bedoelde werknemer, met dien verstande dat gemelde

leeftijdsgrens wordt verhoogd tot zevenentwintig jaar voor studerende

en/of gehandicapte (stief)kinderen en pleegkinderen;

g. een persoon die niet voldoet aan de onder a tot en met f omschreven

categorieën, maar die door het Bestuur is aangemerkt als deelnemer,

waarvan blijkt uit een met redenen omkleed bestuursbesluit.

3. Het bestuur beslist over de toelating van een Deelnemer.

De aanmelding geschiedt op basis van een door het Bestuur vastgesteld

registratieformulier. De aanmelding staat open tot ten hoogste drie jaar na

indiensttreding van de deelnemer bij de Aangesloten onderneming.

4. Aan het deelnemerschap zijn kosten verbonden. Het Bestuur stelt jaarlijks de

bijdrage vast.

5. Het Bestuur houdt een register bij van de Deelnemers waarin onder meer de

namen, adressen en e-mailadressen van alle Deelnemers zijn opgenomen. De

Deelnemers zijn verplicht de hiervoor bedoelde gegevens, alsmede de

wijzigingen daarin, aan het Bestuur door te geven.

6. Het deelnemerschap eindigt door:

– het opzeggen door een Deelnemer;

– het overlijden van een Deelnemer;

3

– dat de Deelnemer niet langer voldoet aan de eisen als bedoeld in lid 2 van

dit artikel;

– het opzeggen door het Bestuur. Het Bestuur is daartoe bevoegd als de

Deelnemer zijn verplichtingen, waaronder de betaling van de maandelijkse

bijdrage, niet nakomt en overigens wegens gewichtige redenen op grond

waarvan handhaving van een Deelnemer redelijkerwijs niet van de

Stichting kan worden verlangd.

7. Opzegging dient schriftelijk te geschieden.

8. Deelnemers hebben recht op kosteloze ontvangst van het informatieboekje

waarin de voorzieningen van de Stichting zijn opgenomen alsmede een

eventueel door de Stichting uit te geven nieuwsbrief of ander periodiek.

Deelnemers hebben overigens geen rechten of verplichtingen ten opzichte

van de Stichting.

Artikel 6.

Bestuur.

1. Het Bestuur bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen, die ten minste

éénentwintig (21) jaar oud zijn en ten minste twee jaar voldoet aan de in artikel

5 lid 2 onder a, b of g gestelde eisen.

2. Het Bestuur verdeelt onderling de functies.

De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon

worden vervuld.

3. De bestuurders treden af volgens een door het Bestuur opgemaakt rooster

van aftreden met inachtneming van een zittingsduur van ten minste vier jaar.

In tussentijds ontstane vacatures benoemde bestuurders nemen op het

rooster van aftreden de plaats in van hun voorgangers.

Aftredende bestuurders zijn onbeperkt herbenoembaar.

4. Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het Bestuur zal het Bestuur

binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door

de benoeming van één (of meer) opvolger(s).

5. Mocht casu quo mochten in het Bestuur om welke reden dan ook één of meer

leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuurders, of vormt de enig

overblijvende bestuurder niettemin een wettig Bestuur.

6. Wanneer te eniger tijd alle bestuurders mochten komen te ontbreken zal

voorziening in de vacatures geschieden door de rechtbank op verzoek van

iedere belanghebbende of op vordering van het openbaar ministerie.

Artikel 7.

Vergaderingen van het Bestuur en besluiten van het Bestuur.

1. De vergaderingen van het Bestuur worden gehouden op de van keer tot keer

door het Bestuur te bepalen plaatsen.

2. Ieder jaar worden ten minste vier vergaderingen gehouden.

3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de

voorzitter dit wenselijk acht of indien één van de andere bestuurders daartoe

4

Schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan

de voorzitter het verzoek richt.

Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft zodanig, dat

de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de

verzoeker gerechtigd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming

van de vereiste formaliteiten.

4. De oproeping tot de vergadering geschiedt – behoudens het in lid 3 bepaalde –

door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping

en die van de vergadering niet meegerekend, Schriftelijk.

5. De oproeping vermeldt behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te

behandelen onderwerpen.

6. Indien de door de Statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en

houden van vergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen desalniettemin

in een vergadering van het Bestuur geldige besluiten worden genomen over

alle aan de orde komende onderwerpen, mits in de betreffende vergadering

van het Bestuur alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn en mits de

betreffende besluiten worden genomen met algemene stemmen.

7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur; bij diens

afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.

8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de

secretaris of door een van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe

aangezocht.

De notulen worden vastgesteld in de eerstvolgende vergadering en ten blijke

daarvan getekend door de voorzitter en secretaris van die vergadering.

9. Het Bestuur kan in een vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien

de meerderheid van zijn in functie zijnde leden in de vergadering aanwezig of

vertegenwoordigd is.

Een bestuurder kan zich in de vergadering door een mede-bestuurder laten

vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van

de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht.

Een bestuurder kan daarbij slechts voor één mede-bestuurder als

gevolmachtigde optreden.

10. Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle

bestuurders hun stem Schriftelijk hebben uitgebracht.

Het bepaalde in de vorige volzin geldt ook voor besluiten tot wijziging van de

Statuten of ontbinding van de Stichting.

Voor besluitvorming buiten vergadering gelden dezelfde meerderheden als

voor besluitvorming in vergadering.

Van een buiten vergadering genomen besluit wordt onder bijvoeging van de

ingekomen stemmen door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening

door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.

11. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.

5

Voor zover de Statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle

besluiten van het Bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de geldig

uitgebrachte stemmen.

Indien de stemmen staken beslist wordt het voorstel aangehouden ter

voorleggen aan een derde onafhankelijk persoon, die door het Bestuur met

meerderheid van stemmen wordt aangewezen en alsdan beslist.

12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter

een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit

voor de stemming verlangt.

Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

14. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de Statuten voorzien, beslist de

voorzitter.

Artikel 8.

Bestuursbevoegdheid.

1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Stichting.

2. Het Bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten

tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het

aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk

medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot

zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij het besluit

daartoe wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde

bestuurders.

Artikel 9.

Vertegenwoordiging.

1. De Stichting wordt vertegenwoordigd door het Bestuur, voor zover uit de wet

niet anders voortvloeit.

De Stichting kan voorts worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk

handelende bestuurders.

2. Het Bestuur kan aan anderen volmacht geven om de Stichting in en buiten

rechte te vertegenwoordigen binnen de in die volmacht omschreven grenzen.

Artikel 10.

Einde lidmaatschap van het Bestuur.

Het lidmaatschap van het Bestuur eindigt:

– door overlijden van een bestuurder;

– een maand nadat de bestuurder niet langer voldoet aan de kwaliteitseis, tenzij

de overige bestuursleden binnen die maand unaniem besluiten dat het verlies

van kwaliteit niet tot beëindiging van het lidmaatschap van het Bestuur mag

leiden;

– bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;

– bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);

– bij ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek;

6

– door periodiek aftreden.

Artikel 11.

Samenstelling Raad van Vertegenwoordigers en benoeming leden en taken

en bevoegdheden.

1. Er zal een Raad van Vertegenwoordigers, bestaande uit één of meer

natuurlijke personen, zijn.

2. De Raad van Vertegenwoordigers bestaat uit het totaal van de door de

ondernemingsraad van elke aangesloten onderneming aangewezen

vertegenwoordiger, welke vertegenwoordiger zelf Deelnemer van de Stichting

dient te zijn.

3. Aan de leden van de Raad van Vertegenwoordigers kan geen beloning

worden toegekend.

4. De Raad van Vertegenwoordigers heeft tot taak het Bestuur gevraagd en

ongevraagd van advies te dienen.

5. Zo er slechts één lid van de Raad van Vertegenwoordigers is, heeft deze alle

bevoegdheden en rusten op hem alle verplichtingen door de Statuten aan de

Raad van Vertegenwoordigers toegekend en opgelegd.

6. In het geval alle leden van de Raad van Vertegenwoordigers komen te

ontbreken is het Bestuur bevoegd en gehouden om zo spoedig mogelijk één

of meer nieuwe leden van de Raad van Vertegenwoordigers te benoemen.

Artikel 12.

Gemeenschappelijke vergadering van het Bestuur en de Raad van

Vertegenwoordigers.

1. Ten minste een maal per jaar komen het Bestuur en de Raad van

Vertegenwoordigers in gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking

van de algemene lijnen van het gevoerde beleid en het in de toekomst te

voeren beleid alsmede ter bespreking van de laatst vastgestelde jaarrekening.

2. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn het

Bestuur en de Raad van Vertegenwoordigers gelijkelijk bevoegd.

3. De gemeenschappelijke vergaderingen worden geleid door de voorzitter van

het Bestuur.

Artikel 13.

Boekjaar en jaarstukken.

1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar.

2. Het Bestuur sluit per de laatste dag van elk boekjaar de boeken van de

Stichting af en maakt daaruit de Jaarrekening over het geëindigde boekjaar

op.

3. Het Bestuur stelt de Jaarrekening vast en ten blijke daarvan wordt de

Jaarrekening vervolgens ondertekend door alle leden van het Bestuur.

4. Het Bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken,

bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.

5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op

7

papier gestelde Jaarrekening, kunnen op een andere gegevensdrager worden

overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en

volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige

bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden

gemaakt.

Artikel 14.

Reglementen.

1. Het Bestuur is bevoegd een of meer reglementen vast te stellen, waarin die

onderwerpen worden geregeld, welke niet in de Statuten zijn vervat.

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 lid 10 moet het besluit daartoe worden

genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de

uitgebrachte stemmen in een vergadering van het Bestuur, waarin alle

bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

2. Zijn in een vergadering, waarin een voorstel als bedoeld in lid 1 van dit artikel

aan de orde is gesteld niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd

dan zal een tweede vergadering van het Bestuur worden bijeengeroepen, te

houden niet eerder dan zeven dagen, doch niet later dan één en twintig dagen

na de eerste, waarin een zodanig besluit kan worden genomen met een

meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, en in

welke vergadering ten minste de meerderheid van de in functie zijnde

bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.

3. De reglementen mogen niet met de wet of de Statuten in strijd zijn.

4. Het Bestuur is te allen tijde bevoegd de reglementen te wijzigen of op te

heffen.

5. Op de wijziging en opheffing van de reglementen is het bepaalde in de leden 1

en 2 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15.

Statutenwijziging.

1. Het Bestuur is bevoegd de Statuten te wijzigen.

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 lid 10 moet het besluit daartoe worden

genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de

uitgebrachte stemmen in een vergadering van het Bestuur, waarin alle

bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

2. Zijn in een vergadering, waarin een voorstel als bedoeld in lid 1 van dit artikel

aan de orde is gesteld niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd

dan zal een tweede vergadering van het Bestuur worden bijeengeroepen, te

houden niet eerder dan zeven dagen, doch niet later dan één en twintig dagen

na de eerste, waarin een zodanig besluit kan worden genomen met een

meerderheid van ten minste tweee/derde van de uitgebrachte stemmen, en in

welke vergadering ten minste de meerderheid van de in functie zijnde leden

van het Bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is.

3. Iedere bestuurder is bevoegd de notariële akte van statutenwijziging te

8

verlijden.

Artikel 16.

Ontbinding en vereffening.

1. Het Bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden.

Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 15 leden 1 en 2 van

overeenkomstige toepassing.

2. De Stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot

vereffening van haar vermogen nodig is.

3. De vereffening geschiedt door het Bestuur.

4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de Stichting

inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 2:289 Burgerlijk

Wetboek.

5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten zoveel

mogelijk van kracht.

6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Stichting wordt besteed

overeenkomstig het doel van de Stichting, met dien verstande dat in ieder

geval eerst zoveel mogelijk uitkeringen aan de Deelnemers worden gedaan op

basis van aanvragen die tot een jaar na het besluit tot ontbinding van de

Stichting kunnen worden ingediend.

7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere

gegevensdragers van de ontbonden Stichting gedurende zeven jaren berusten

onder de jongste vereffenaar.

Artikel 17.

Slotbepaling.

In alle gevallen waarin zowel de wet als de Statuten niet voorzien, beslist het

Bestuur

 De link naar de tekst op deze pagina in pdf formaat

Reacties zijn gesloten.