Reiskosten
Het bestuur is bereid in bijzondere gevallen, bij hoge kosten, een vergoeding te geven in de reiskosten.
Het betreft hier kosten, gemaakt door de deelnemer of mededeelnemers voor het bezoek van naaste familieleden in een ziekenhuis/verpleeginrichting wegens ziekte en/of sterfgeval.
Onder “naaste familieleden” wordt verstaan: echtgenoot, echtgenote, partner, (pleeg)kinderen en (schoon)ouders.
De regels om voor reiskostenvergoeding in aanmerking te komen, voor het bezoeken van naaste familieleden die zijn opgenomen in ziekenhuis
of verpleeginrichting, zijn als volgt:
1. Opnameduur
Er wordt alleen een vergoeding toegekend, indien de totale opnameduur 8 dagen of meer bedraagt.
Dit kan aaneengesloten zijn of opgeteld in één kalenderjaar. Bedraagt de totale opnameduur 8 dagen of meer, dan worden ook de reiskosten over de eerste 8 dagen vergoed.
2. Aantal bezoeken
Het aantal bezoeken waarvoor een vergoeding wordt toegekend, is afhankelijk van de retourafstand.
Het aantal te vergoeden bezoeken is als volgt:
| Retourafstand in km |
Aantal bezoeken per week |
|
20 – 100 |
3 |
|
101 – 150 |
2 |
|
151 – 300 |
1 |
3. Retourafstand
De maximale retourafstand waarvoor nog een vergoeding wordt toegekend, bedraagt 300 km. Voor het bepalen van de retourafstand wordt de postcode gehanteerd.
4. Vergoeding
De hoogte van de reiskostenvergoeding zal ieder jaar opnieuw door het bestuur worden vastgesteld.
De maximale vergoeding per gezin bedraagt € 360,– per kalenderjaar.
5.Declaraties
Declaraties reiskosten kunnen éénmaal per jaar, na afloop van het kalenderjaar (dus na 31 december) worden ingediend, echter vóór 1 maart.
(Na 1 maart ingediende declaraties worden niet meer in behandeling genomen)
6. Bewijsstukken
Declaraties dienen altijd te worden voorzien van bewijsstukken van de opnameduur in ziekenhuis en/of verpleeginrichting.
Bij iedere aanvraag zal allereerst gekeken worden of de reiskosten bij de zorgverzekeraar te declareren zijn.