* Verzekering

De Stichting Voorzieningsfonds VOVW heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten bij W.A. Hienfeld B.V. Assuradeuren

De werknemers van de aangesloten ondernemingen die deelnemer zijn van het Voorzieningsfonds kunnen aan deze ongevallenverzekering deelnemen. Werknemers die géén deelnemer zijn van het Voorzieningsfonds kunnen zich niet apart voor deze ongevallenverzekering aanmelden.


Doel van de ongevallenverzekering

De ongevallenverzekering voorziet in een uitkering als door een ongeval de verzekerde komt te overlijden, of geheel of gedeeltelijk blijvend invalide wordt.

De uitkering bestaat uit (een deel van) een vooraf vastgesteld bedrag, ongeacht de omvang van een eventuele schade.


Wie kunnen er verzekerd worden?

·         Alle deelnemers van het Voorzieningsfonds;

·         De echtgenote/echtgenoot/partner van de deelnemers van het Voorzieningsfonds;

·         De kinderen van de deelnemers, mits de kinderen niet ouder zijn dan 27 jaar en niet zelfstandig een beroep uitoefenen of een uitkering ontvangen.

Kinderen die ongehuwd en inwonend zijn, zijn in vier categorieën in te delen:

·         Kinderen tot 16 jaar;

·         Werkloze kinderen tot 21 jaar zonder uitkering;

·         Gehandicapte kinderen tot 27 jaar zonder uitkering;

·         Studerende kinderen tot 27 jaar die geheel of nagenoeg geheel ten laste van de ouders komen of zolang ze vallen onder de Wet Studiefinanciëring.


Meldingsprocedure   Meldingsprocedure ongevallenverzekering.

Meldingsprocedure   Formulier voor het aanmelden van een ongeval.

Hieronder zijn de verzekerde rubrieken en bedragen vermeld, in geval van overlijden en invaliditeit. Dit zijn maximum-bedragen. Ook voor lagere bedragen kan men zich verzekeren. Genoemde bedragen zijn bedoeld om een indruk te krijgen van de verzekeringsmogelijkheden.


Verzekerde rubrieken en bedragen

Rubriek A (overlijden)

Een uitkering ineens in geval van overlijden als gevolg van een ongeval.

Rubriek B (invaliditeit)

Een uitkering ineens in geval van algehele blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval. Bij blijvende gedeeltelijke invaliditeit vindt gedeeltelijke uitkering plaats.

* Voor personen van 18 t/m 74 jaar kan maximaal verzekerd worden:

Rubriek A – € 272.268,–;

Rubriek B – € 272.268,–;

* Voor kinderen van 1 t/m 17 jaar kan maximaal verzekerd worden:

Rubriek A – € 4537,80 bij overlijden;

Rubriek B – € 113.445,– bij algehele blijvende invaliditeit.

W.A. Hienfeld B.V. Assuradeuren biedt tevens de mogelijkheid om een keuze te maken voor een progressief stijgende uitkering bij invaliditeit.

Premie (per 1 januari 1996)

Voor de ongevallenverzekering is een premie op jaarbasis verschuldigd.

Per verzekerd bedrag is dit:

A-kapitaal bij overlijden:

Maximaal € 272.268,–. Verschuldigde premie € 0,23 per € 871,56

B1-kapitaal bij invaliditeit:

Maximaal € 272.268,–. Verschuldigde premie € 0,23 per € 871,56

B2-kapitaal bij invaliditeit:

Maximaal € 272.268,–. Verschuldigde premie € 0,29 per € 871,56

B3-kapitaal bij invaliditeit:

Maximaal € 181.512,–. Verschuldigde premie € 0,35 per € 871,56

Aangifte ongeval

Aangifte van een ongeval dient bij voorkeur binnen 48 uur te geschieden bij de administratie van het Voorzieningsfonds.

Aangifteformulieren zijn verkrijgbaar bij de administratie van het Voorzieningsfonds.

Informatie

Bij vragen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met Marry Roest administratrice van het Voorzieningsfonds, telefoon 0164-674741, of E-mail: info@voorzieningsfonds.nl

Inhoudsopgave

Definitie ongeval.

Beperkingen.

Dekkingsgebied

Uitkering bij overlijden

Uitkering bij blijvende invaliditeit

Maximum per gebeurtenis

Progressief stijgende uitkeringen

Invloed van bestaande ziekte of invaliditeit

Uitkeringen

Melding van een ongeval

Verval van recht op uitkering

Einde van de dekking

Adres

Geschillen- toezicht

Persoonsregistratie

2. Definitie ongeval

1. Ongeval

Een plotselinge van buiten komende inwerking van geweld op het lichaam van de verzekerde, die rechtstreeks lichamelijk letsel toebrengt, dat geneeskundig is vast te stellen.

Toelichting

Deze definitie houdt in dat ongevallen ten gevolge van ziekte, gebrek of een abnormale lichamelijke of geestelijke gesteldheid zijn meeverzekerd.

2. Onder ongeval wordt ook verstaan:

2.1 infectie, bloedvergiftiging en andere ziekten, veroorzaakt door het binnendringen van ziektekiemen in letsel, ontstaan door een door deze verzekering gedekt ongeval,

2.2 besmetting door een ziektekiemen bevattende stof, veroorzaakt door een onvrijwillige val in die stof;

2.3 acute vergiftiging, door het onvrijwillig binnenkrijgen van gasvormige, vloeibare of vaste stoffen met uitzondering van genees- en genotmiddelen;

2.4 inwendig letsel veroorzaakt door het ongewild in het lichaam geraken van stoffen en voorwerpen;

2.5 zonnesteek, bevriezing, verdrinking en verstikking;

2.6 verhongering, verdorsting, uitputting en zonnebrand als gevolg van een geïsoleerd raken door een noodsituatie zoals schipbreuk, noodlanding, instorting of watersnood;

2.7 verstuiking, ontwrichting en spierscheuring;

2.8 miltvuur, trichofytie, ziekte van Bang, koepokken en scabies;

2.9 complicaties en verergeringen uitsluitend als gevolg van een door een ongeval noodzakelijk geworden eerste hulpverlening of medische behandeling.

3. Beperkingen

De maatschappij verleent geen uitkering voor ongevallen veroorzaakt:

3.1 in verband met of door bedwelmende, verdovende, opwekkende en soortgelijke middelen;

3.2 door opzet of met goedvinden van de verzekerde of een rechtverkrijgende;

3.3 door waagstukken, tenzij redelijkerwijs noodzakelijk voor de uitoefening van het beroep, en vechtpartijen anders dan bij rechtmatige zelfverdediging of bij pogingen zichzelf, anderen, dieren of goederen te redden;

3.4 bij het plegen van of deelnemen aan een misdrijf of poging daartoe;

3.5 door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreactie, onverschillig hoe en waar de reactie is ontstaan, behoudens het bepaalde in artikel 2 lid 2.9;

3.6 door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij, een en ander overeenkomstig de definities zoals die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage zijn gedeponeerd.

Deze beperking geldt niet voor ongevallen verzekerde overkomen in het buitenland binnen 14 dagen sinds het eerste plaatsvinden van enige vorm van molest. Verzekerde, of, in geval van overlijden van verzekerde, de rechtverkrijgende(n), dient (dienen) dan te kunnen aantonen dat verzekerde door molest werd verrast.

3.7 door het deelnemen aan of oefenen voor:

snelheidswedstrijden met motorrijtuigen, motorvaartuigen en rally’s met uitzondering van betrouwbaarheids-, puzzel- en oriëntatieritten waarbij het snelheidselement geen rol van betekenis speelt.

4. Dekkingsgebied

De dekking is van kracht in de gehele wereld.

5. Uitkering bij overlijden (rubriek A)

Bij overlijden van de verzekerde door een ongeval, keert de maatschappij het voor overlijden verzekerde bedrag uit.

6. Uitkering bij blijvende invaliditeit (rubriek B)

1.1 Bij blijvende invaliditeit van de verzekerde door een ongeval, keert de maatschappij het voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag geheel of gedeeltelijk uit.

1.2 Onder blijvende invaliditeit wordt verstaan het medisch vast te stellen blijvend gehele of gedeeltelijke verlies of functieverlies van een orgaan of enig deel van het lichaam.

1.3 De mate van blijvende invaliditeit wordt uitgedrukt in een percentage.

De vaststelling hiervan geschiedt volgens objectieve maatstaven, en wel overeenkomstig de laatste uitgave van de “Guides to the Evaluation of Permanent Impairment” van de American Medical Association (A. M. A.).

1.4 Zodra de toestand van de verzekerde naar redelijkerwijs is te voorzien niet meer zal verbeteren of verslechteren, noch de dood ten gevolge zal hebben, wordt de mate van blijvende invaliditeit vastgesteld.

De vaststelling geschiedt uiterlijk 2 jaar na het ongeval.

Bij de vaststelling van de blijvende invaliditeit wordt geen rekening gehouden met het beroep van de verzekerde.

1.5 Indien de verzekerde overlijdt – niet als gevolg van het ongeval – vóórdat de mate van blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, dan zal de maatschappij uitkeren het bedrag dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit zou hebben moeten uitkeren.

2 Extra uitkering

Indien na afloop van een periode van één jaar na de dag van het ongeval de mate van blijvende invaliditeit nog niet kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij over het tweede jaar tot het moment waarop de uitkering wordt betaald een extra uitkering die gelijk is aan de wettelijke rente.

De extra uitkering wordt berekend over het voor blijvende invaliditeit uit te keren bedrag en betaald te zamen met de uitkering.

Deze regeling wordt uitsluitend toegepast bij in leven zijn van de verzekerde.

3.1 Gliedertaxe

De onderstaande uitkeringspercentages van het verzekerde bedrag gelden bij algehele amputatie of volledig verlies van het gebruiksvermogen van:

arm tot in schoudergewricht 75%
arm tot in ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 70%
hand tot in polsgewricht of arm tussen pols- en ellebooggewricht 60%
duim 25%
wijsvinger 15%
middelvinger 12%
ringvinger of pink 10%
been tot in heupgewricht 70%
been tot in kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht 60%
voet tot in enkelgewricht of been tussen enkel- en kniegewricht 50%
grote teen 10%
elke andere teen 3%
een oog 30%
beide ogen 100%
het gehoor van een oor 20%
het gehoor van beide oren 60%
een long 30%
een nier 20%
de milt 10%
reuk 10%
smaak 10%
algeheel verlies van de geestelijke vermogens 100%

Bij gedeeltelijke amputatie of gedeeltelijk verlies van het gebruiksvermogen wordt een evenredig deel van het genoemde percentage vastgesteld.

3.2 Bij amputatie of volledig verlies van het gebruiksvermogen van meer dan één vinger van één hand vergoedt de maatschappij niet meer dan bij verlies van de gehele hand.

3.3 Keuzeclausule

In alle andere gevallen van blijvende invaliditeit dan genoemd in artikel 6 lid 3.1 en 3.2 zullen twee percentages worden vastgesteld:

– één percentage aangevende de mate van blijvende invaliditeit zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde,

– één percentage aangevende de mate van blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep uit te oefenen.

Indien de uitkering wordt verleend op basis van blijvende ongeschiktheid om het beroep uit te oefenen, is artikel 9, progressief stijgende uitkering, niet van toepassing.

Uitgekeerd zal worden op de grondslag die leidt tot het hoogste bedrag.

3.4   Ter zake van blijvende invaliditeit als gevolg van één ongeval, bedraagt het uitkeringspercentage nooit meer dan 100.

7. Maximum per gebeurtenis

Indien bij dezelfde gebeurtenis meer verzekerden door een ongeval zijn getroffen, geldt voor alle getroffenen tezamen het op het polisblad genoemde maximum verzekerde bedrag per gebeurtenis. In dat geval worden de verzekerde bedragen per persoon zo nodig naar evenredigheid verlaagd.

9. Progressief stijgende uitkeringen  

Indien op het polisblad is vermeld, dat progressief stijgende uitkering volgens kolom 1 of 2 van toepassing is, zal het uitkeringspercentage worden verhoogd conform onderstaande tabel.

Kolom 1 Kolom 2
 Uitk. % Verhoogd Extra
Uitk. % verhoogd
Uitk. %
26 27 28
27 29 31
28 31 34
29 33 37
30 35 40
31 37 43
32 39 46
33 41 49
34 43 52
35 45 55
36 47 58
37 49 61
38 51 64
39 53 67
40 55 70
41 57 73
42 59 76
43 61 79
44 63 82
45 65 85
46 67 88
47 69 91
48 71 94
49 73 97
50 75 100
51 78 105
52 81 110
53 84 115
54 87 120
55 90 125
56 93 130
57 96 135
58 99 140
59 102 145
60 105 150
61 108 155
62 111 160
63 114 165
64 117 170
65 120 175
66 123 180
67 126 185
68 129 190
69 132 195
70 135 200
71 138 205
72 141 210
73 144 215
74 147 220
75 150 225
76 153 230
77 156 235
78 159 240
79 162 245
80 165 250
81 168 255
82 171 260
83 174 265
84 177 270
85 180 275
86 183 280
87 186 285
88 189 290
89 192 295
90 195 300
91 198 305
92 201 310
93 204 315
94 207 320
95 210 325
96 213 330
97 216 335
98 219 340
99 222 345
100 225 350

 

10. Invloed van bestaande ziekte of invaliditeit

1. Verergering van de gevolgen van een ongeval door ziekte, gebrek of door bestaande invaliditeit vóór het ongeval, wordt bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit en arbeidsongeschiktheid buiten beschouwing gelaten.

2. Verergering van een bestaande ziekte door een ongeval geeft geen recht op uitkering.

3. Bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit en arbeidsongeschiktheid wordt een reeds vóór het ongeval bestaande blijvende invaliditeit en arbeidsongeschiktheid in mindering gebracht.

11. Uitkeringen

De uitkeringen zullen geschieden aan de op het polisblad genoemde rechtverkrijgenden.

12. Melding van een ongeval

1 Zodra de verzekeringnemer, de verzekerde en/of de rechtverkrijgende(n) kennis dragen van een ongeval dat voor de maatschappij tot het doen van een uitkering kan leiden, zijn zij verplicht:

1.1 terstond aan de maatschappij melding te doen van dat ongeval, doch in ieder geval:

in geval van overlijden (Rubriek A)

48 uur vóór de begrafenis of crematie:

in geval van blijvende invaliditeit (Rubriek B)

binnen 90 dagen na het ongeval. Indien de melding later geschiedt, ontstaat alleen recht op uitkering mits ten genoegen van de maatschappij wordt aangetoond, dat

– de invaliditeit uitsluitend het gevolg is van een ongeval

– de gevolgen van het ongeval niet door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestesgesteldheid zijn vergroot, en

– de verzekerde in alle opzichten de voorschriften van de behandelende arts heeft opgevolgd.

leder recht op uitkering vervalt evenwel, indien de aangifte later geschiedt dan 5 jaar na het plaatsvinden van het ongeval.

1.2 een schriftelijke en ondertekende verklaring omtrent oorzaak en toedracht van het ongeval, alsmede aard en omvang van het letsel aan de maatschappij te overleggen.

2 De verzekerde is verplicht:

2.1 zich direct onder geneeskundige behandeling te stellen en al het mogelijke te doen om een spoedig herstel te bevorderen, onder meer door de voorschriften van de behandelende arts op te volgen;

2.2 de door de maatschappij verlangde medewerking te verlenen zoals het zich laten onderzoeken door een door de maatschappij aangewezen arts (de hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van de maatschappij);

2.3 de maatschappij onmiddellijk op de hoogte te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel.

3 De verzekeringnemer, verzekerde en/of rechtverkrijgende(n) is/zijn verplicht:

3.1 de maatschappij zo volledig mogelijk over het ongeval in te lichten en voorts alle medewerking te verlenen voor het verkrijgen van door de maatschappij gewenste inlichtingen;

3.2 aan de maatschappij opgave te doen van alle aan hen bekende verzekeringen die op het moment van het ongeval geheel of ten dele betrekking hebben op dezelfde verzekerde uitkeringen;

3.3 toestemming of medewerking te verlenen tot alle maatregelen die de maatschappij nodig oordeelt ter vaststelling van de doodsoorzaak (bijvoorbeeld sectie).

4 De door de verzekeringnemer, verzekerde en/of rechtverkrijgende(n) verstrekte c.q. te verstrekken opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen mede dienen tot de vaststelling van de aard en omvang van het ongeval, het letsel alsmede het recht op uitkering.

Indien de verzekeringnemer, verzekerde en/of rechtverkrijgende(n) een in dit artikel vermelde verplichting niet is/zijn nagekomen verleent de maatschappij geen uitkering, tenzij genoemde personen aantonen dat de belangen van de maatschappij niet zijn geschaad.

Elk recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer, verzekerde en/of recht-verkrijgende(n) ten aanzien van een ongeval opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt/ verstrekken.

13. Verval van recht op uitkering

Elk vorderingsrecht van de verzekeringnemer of rechtverkrijgende(n) strekkende tot betaling van een uitkering vervalt:

1 indien de melding van het ongeval niet plaats heeft binnen de in artikel 12 lid 1.1 gestelde termijnen;

na één jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeringnemer of rechtverkrijgende(n) kennis kreeg/kregen van het definitieve standpunt van de maatschappij.

17. De dekking eindigt:

1. aan het eind van het verzekeringsjaar, waarin de verzekerde 75 jaar is geworden;

2. op de dertigste dag nadat de verzekerde zich blijvend buiten Nederland heeft gevestigd.

18.Adres

Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzekeringnemer kunnen rechtsgeldig worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij

bekende adres of aan het adres van de tussenpersoon door wiens bemiddeling deze verzekering loopt.

19.Geschillen -Toezicht

1.1 Geschillen betreffende deze verzekering zijn, behoudens het in artikel 19 lid 1.2 bepaalde, onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter te Amsterdam.

1.2 Geschillen betreffende de oorzaak, aard, omvang en gevolgen van het lichamelijk letsel zullen aan één in onderling overleg of door de maatschappij te benoemen deskundige worden voorgelegd, tenzij wordt overeengekomen, dat twee deskundigen het geschil behandelen.

In het geval van benoeming van twee deskundigen, benoemen de verzekeringnemer en de maatschappij ieder één deskundige. Voor het geval van verschil benoemen deze deskundigen te zamen een derde deskundige. Bij onenigheid

over de keus van de derde deskundige geschiedt diens benoeming door de kantonrechter te Amsterdam op eenvoudig verzoekschrift van de meest gerede partij. De verzekeringnemer en de maatschappij dragen ieder de kosten van de door hen aangewezen deskundige, terwijl de kosten van de derde deskundige door ieder voor de helft worden gedragen.

De uitspraak van de deskundige(n) wordt aanvaard als een advies dat de verzekeringnemer en de maatschappij bindt.

2. De maatschappij onderwerpt zich aan de uitspraken van de Raad van Toezicht op het schadeverzekeringsbedrijf.

20. Persoonsregistratie

De bij de aanvraag van deze verzekering verstrekte persoonsgegevens en de eventueel nader over te leggen persoonsgegevens kunnen

worden opgenomen in de door de maatschappij gevoerde persoonsregistratie. Op deze registratie is een privacy-reglement van toepassing.

Reacties zijn gesloten.